De operatie

Als je geopereerd gaat worden, word je de dag voor de operatie opgenomen op de kinderafdeling. De pedagogisch medewerker zal je deze dag begeleiden. Je krijgt nog enkele onderzoeken en er komen verschillende specialisten (kinderarts, neuroloog, orthopeed) bij je langs. De fysiotherapeut bereid je voor op het herstel na de operatie. Ook is er ruimte voor het stellen van vragen.

Na de operatie blijf je nog een aantal dagen in het ziekenhuis. Stap voor stap bereiden wij je voor op het weer naar huis gaan. Tijdens jouw verblijf in het ziekenhuis, mogen je ouders de hele dag bij je blijven en kunnen ze  ook in het ziekenhuis blijven slapen.

Scoliose operatie met spiersparende techniek

In het OLVG opereren wij met 3 dimensionale navigatie. Hierbij wordt  tijdens de operatie een 3D scan van je  rug  gemaakt. Deze 3D scan gaat naar een intelligente computer. Deze computer heeft sensoren in de operatiekamer. Het zijn een soort ogen van de computer. Deze sensoren herkennen waar de instrumenten zich bevinden die de  orthopedisch chirurg vasthoudt. De chirurg kan dan op een beeldscherm zien waar hij de schroeven moet plaatsen om zo zeer nauwkeurig de operatie uit te voeren. De navigatie  helpt de chirurg om de schroeven nauwkeurig te plaatsen. Dit is natuurlijk een hulpmiddel maar de orthopedisch chirurg bepaalt zelf wat de beste positie van de schroeven is.

Door de extra ogen van de navigatie is het mogelijk om de spieren veel minder los te maken van de ruggenwervels. De orthopedisch chirurg kan nu tussen de spieren door opereren. Hierdoor treedt er veel minder schade op aan de spieren. Doordat je spieren niet helemaal los zijn gemaakt, mag je ook eerder meer activiteiten gaan ondernemen. We merken dat de revalidatie (herstel) bij de meesten veel sneller gaat in vergelijking  bij de ouderwetse techniek. Het is vooral prettig dat je weer sneller aan  je dagelijkse activiteiten kan deelnemen.

Ook wordt er tijdens je operatie gebruik gemaakt van Neuromonitoring. Dit betekend het bewaken (monitoren) van de functie van de hersenen, ruggenmerg en zenuwen, Hierbij wordt gebruik gemaakt van de elektrisch eigenschappen van zenuwcellen. Tijdens de scolioseoperatie bestaat het risico op beschadiging van zenuwweefsel. Met neuromonitoring kan een dreigende beschadiging tijdens de operatie gesignaleerd worden. Het operatieteam kan dan op tijd maatregelen nemen om blijvende schade aan de zenuwen voorkomen.

Epidurale pijnbestrijding

Aan het einde van de operatie wordt er een dun slangetje, een epiduraalkatheter, door de orthopedisch chirurg achtergelaten in de rug. Dit slangetje wordt aangesloten op een pompje dat je zelf kunt bedienen om verdovingsvloeistof toe te dienen rondom de zenuwen in je rug (2 tot 3 dagen) na de operatie. Dit werkt heel erg goed tegen de pijn.

Door deze pijnstilling kun je minder goed plassen. Daarom krijg je een blaaskatheter, Dit is een slangetje in de blaas die de plas opvangt zonder dat je dat merkt.

Soms kan je romp een tijdje gevoelloos zijn waardoor het bewegen of het verliggen in bed wat moeilijker gaat.

Je krijgt ook een PCA pomp. Op deze pomp zit een knop waarmee je zelf een beetje extra pijnstilling kunt toedienen als dat nodig is.

Je kunt in principe met de epiduraalkatheter wel uit bed gaan en lopen (mobiliseren). Als je uit bed wilt, vraag dan wel altijd om begeleiding van de verpleegkundige of een van je ouders. Na twee of drie dagen wordt het slangetje verwijderd en nadat de PCA pomp ook is gestopt krijg je andere pijnstillers voorgeschreven in tabletvorm.

Een scoliose correctie is een grote operatie, maar met de pijnstilling zorgen we ervoor dat je geen pijn lijdt. De meeste kinderen geven na de operatie aan dat het voelt als spierpijn nadat ze een dag fors gesport hebben.

Op de uitslaapkamer

Na de operatie ga je naar de uitslaapkamer (verkoeverkamer). We letten daar extra goed op je. Vaak ben je nog erg slaperig als je daar komt. Je ouders mogen bij je komen op de uitslaapkamer. In de loop van de middag ga je weer terug naar de kinderafdeling.

Armen en benen bewegen

Na de operatie lig je veelal op je rug, maar mag je ook op je zij draaien als je dat prettiger vindt liggen. Later op de dag mag je al rechtop zitten (met hulp van de verpleging). Op de uitslaapkamer vragen we regelmatig of je het goed voelt als we je armen en benen aanraken. We willen ook weten of je je armen en benen alweer kunt bewegen.

Weer terug op de kinderafdeling

Als je weer terug bent op de kinderafdeling, mag je rechtop zitten. En als het lukt zelfs op de rand van het bed of even in de stoel (met hulp van de verpleging).

De eerste dag na de operatie mag je al op de bedrand zitten en naast het bed staan of lopen met hulp van de verpleegkundige of fysiotherapeut. Draaien doe je met hulp van de verpleegkundige en dit wordt al samen met de fysiotherapeut voor de operatie geoefend. Je ouders leren hoe ze jou uit bed kunnen helpen. De verpleegkundige op de afdeling zorgt ervoor dat je voldoende medicijnen tegen de pijn krijgt. Kort na een operatie werken de darmen vaak minder goed. Je moet daarom in het begin goed naar je lichaam luisteren en het soms wat rustiger aan doen met wat je drinkt en eet. De verpleegkundige zal je hierbij helpen en adviseren.

Uit bed

Op de dag dat je bent geopereerd, mag je onder begeleiding van de verpleegkundige of fysiotherapeut op de rand van je bed zitten en als het mogelijk is al even in de stoel zitten of naast je bed staan. De dagen erna ga je dit, onder begeleiding van de fysiotherapeut en verpleegkundige, opbouwen door vaker in de stoel te zitten en te gaan lopen. Uiteindelijk ga je zelfs traplopen. Als dat goed gaat, mag je dit steeds vaker zelf doen.

De orthopeed, verpleegkundige en fysiotherapeut vertellen je dagelijks wat je wel en niet mag. Daarnaast zijn er nog bepaalde leefregels waar je je aan moet houden.

De wond

Vanaf de derde dag na de operatie mag je weer douchen. De wondpleister moet vijf dagen blijven zitten. De wond is gehecht met oplosbare hechtingen, die niet hoeven te worden verwijderd.

Röntgenfoto

Als je goed kunt staan maken we nog voordat je naar huis gaat een röntgenfoto van je wervelkolom ter controle.

Ontslag

Meestal blijf je drie tot vijf dagen in het ziekenhuis. Maar soms vindt de orthopeed het beter als je nog wat langer blijft. Dit wordt dan met jou en je ouders besproken. Je krijgt geen gips of korset om je rug.

Na de operatie

Na de operatie adviseren we je een aantal leefregels om de rug zo goed mogelijk te laten herstellen. Luister hierbij goed naar je lichaam waarbij  pijn vaak de grens is wat je kan.

Naar school

Na 3 weken mag en kan je meestal weer naar school. Voor jou en voor je ouders is het belangrijk om de goede voorbereidingen hiervoor te treffen. Overleg met je mentor hoe je de uren op school kunt opbouwen.

Het duurt in totaal zes tot negen maanden voordat jouw ruggenwervels goed aan elkaar gegroeid zijn. Daarom geven we je in deze periode de volgende adviezen.

De eerste twee maanden na de operatie:

·      Je mag veel meer bewegen dan je denkt en een goede regel is dat je de bewegingen mag uitvoeren als het geen pijn of een klein beetje pijn doet.

  • Wandel zo veel als je wilt. Probeer bij voorkeur vaker kortere stukken buiten te lopen. In plaats van 1 keer per dag een langere afstand.
  • Probeer zoveel mogelijk draaibewegingen van de romp (je rug) te vermijden. Dat doe je meestal als je bijvoorbeeld iets wilt bespreken met een klasgenootje dat achter je zit. Het is beter om je heupen en schouders gelijktijdig te draaien.
  • Je mag bukken en iets pakken van de grond. Probeer dit niet te vaak te doen en luister weer goed naar je lichaam
  • Ga nog niet op je bromfiets of scotter rijden (ook niet achterop).
  • Reis nog niet staand met het openbaar vervoer, dit mag je wel zittend doen.
  • Voorkom langdurig staan, slenteren en hardlopen.
  • Ga niet onderuitgezakt zitten, maar rechtop of met steun in de rug (kussen) en zit niet te lang achter elkaar (langzaam opbouwen).
  • Draag of til niet iets wat zwaarder is dan vijf kilogram.

Als de onderrug niet is vastgezet, kan dit deel van de rug veel opvangen en mag je sneller dingen weer gaan doen:

  • Na 4 weken mag je weer fietsen en rustig zwemmen als de wond genezen is..
  • Na 3 maanden mag je weer rustig sporten, vooral je conditie opbouwen.
  • Na 6 maanden mag je alles weer, inclusief contactsporten als voetbal en hockey.